De voorlaatste pagina

comment 1
Persoonlijk

Sinds 18 juli 2012 schrijf ik bijna dagelijks in een schrift met een rood kaft (merk Moleskine, 19 bij 25 cm, gelineerd, middels cahiersteek gebrocheerd). Gisteravond laat schreef ik over hoe het voelde om bijna jarig te zijn en kwam ik tot ruim over de helft van (de handmatig genummerde) pagina 119, de voorlaatste pagina. Straks, op de bank, met een glas wijn op het krukje paraat, ga ik de laatste regels vullen. Ik denk dat het zal gaan over de min of meer onverwachte bezoeken, berichten, presenten en gesprekken die mij vandaag mij deel geworden. Maar het zou ook zomaar kunnen gaan over Miep, want over haar gaat het hele cahier eigenlijk… Haar naam staat op de titelpagina, in een net niet zwierige schoonschrijfletter van drie regels hoog.

Het voelt raar dat het schrift nu bijna vol is.

Beste Carice…

Leave a comment
In en uit de media / Persoonlijk

Ik vind het niet leuk dat ik het zeggen moet, maar je bent niet overtuigend in ‘Game of Thrones’. In de laatste aflevering (6 van seizoen 3) mag je eindelijk weer wat meer voor het voetlicht treden en het is gewoonweg níet goed.

Ik kijk en probeer uit te vinden waar het aan ligt… Is het de taalbarrière, of misschien de manier waarop het gefilmd wordt — waarbij ik ervan uitga dat je de meeste scènes in een vrij korte periode achter elkaar opgenomen worden, ook al liggen die chronologisch vrij ver uit elkaar —, maar wat ik zie, wat ik voel, is iets van ongemak: dat je niet goed weet hoe de rol in te vullen.

Maar bovenal zie (en hoor) ik dat je te veel meegaat in het systeem, het proces van filmen en het daaraan verbonden coachen, waarin je min of meer gedrild wordt en je eigen expressie verliest.

Mijn advies: Neem twintig procent meer tijd moeten om je teksten uit te spreken en maak de stiltes daarin twee keer zolang. Dat maakt het beter en overtuigender.

[Niet dat ik verstand van acteren heb, maar toch. Ik hoop dat je het me niet kwalijk neemt, want ik heb heel veel respect voor je. En dat zegt wat voor een middelbare grijze man met overgewicht.]

Verjaardag

comments 3
Persoonlijk

Het is 6 mei. Bij leven was je nu 59 geworden, een rot-leeftijd, maar toch… we hadden in elk geval in Parijs verbleven, met als enige probleem wáár te lunchen en te dineren. ‘Ons’ Italiaantje was er vast uitgerold als keuze voor het avondeten en ik zou betalen omdat het jouw verjaardag was (en jij deed dat dan zes dagen later omdat het dan mijn verjaardag is). En we zouden lachen om onze slechte conditie, elke keer als we hijgend bij de voordeur van het appartement aankwamen, na vier trappen met in totaal 81 treden.

Dit jaar dus niet. Want het was je niet gegeven om 59 te worden. Ik sla mijn verjaardag over, dat hoef ik nu niet meer uit te leggen.

Sorry…

comment 1
Persoonlijk

Ik heb al een hele tijd niets gepost. Misschien die kwestie waar John Lennon (iets meer dan 25 jaar geleden vermoord door John H, die gelijktijdig met mij in de YMCA in New York (East Side) verbleef) het over had: ‘Life is what happens to you while you’re busy making other plans.’

Ik ga proberen mijn plannen minder zwaar te laten wegen dan het heden. Of bedoel ik nou dat ik minder met plannen bezig moet zijn dan met plannen maken? Kan nog wel even duren voor ik eruit ben. Sorry…

Inuit

comment 1
Persoonlijk

Er is niets dat ‘mooi’ is aan de dood.

In 98% van de verbeeldingen, of het nu in de literatuur, film, songs, etc. is, wordt een beeld geschetst dat in de verste verte niet lijkt op wat de dood werkelijk is: een bruut eind aan het leven.

Een gemiddeld kind in de VS ‘ziet’ duizenden doden per jaar. Op tv, of in een videogame. In Nederland zal het wat minder zijn, maar het is in principe van hetzelfde laken een pak — er wordt hen een beeld voorgeschoteld dat niets te maken heeft met de werkelijkheid. De acteur houdt zijn of haar adem in, de grime heeft er wat min of meer gruwelijke wonden opgeplakt, het shot wordt in een lus herhaald. Maar een toneelspeler die de adem inhoudt is geen dode. Een dode staat voor wat de andere kant van het leven is: het ontbreken van leven, het afwezig zijn van de ziel. Iets wat je onmiddellijk herkent als je het ziet.

Op een slagveld is de dood iets afgrijselijks, niet te beschrijven. In een ziekenhuisbed, wat de andere kant van het spectrum zou moeten zijn, is het niet veel ‘mooier’… De strijd om nog een ademtocht, het reutelen, het wegvloeien van al het leven uit het lichaam — de term doodsstrijd komt niet in de buurt van wat er gebeurt met iemand die doodgaat.

Ik heb het vorig jaar twee keer meegemaakt en ik kan iedereen verzekeren: dan pas zie je hoe debiel onze maatschappij er mee omgaat. Een heel klein deel van wat we gezondheidszorg noemen houdt zich bezig met wat uiteindelijk iedereen overkomt.: sterven. En dat geeft aan dat we in een maatschappij leven die geen antwoord heeft op de vraag hoe we met de dood om moeten gaan. Het zal wel de prijs van de vooruitgang zijn…

Er is veel te zeggen is voor de manier waarop in vroegere tijden de Inuit de dood tegemoet traden: solitair. Dan is er tenminste nog iets van waardigheid.