Augenschmerz

Leave a comment
Persoonlijk

Midden vorige week zag ik opeens motten vliegen die er niet waren. Dat wil zeggen, ik sloeg ernaar, maar raakte niets. Mouches volants — dat bleek de noemer te zijn waaronder het verschijnsel valt. In het Engels heet dat floaters, wat een meer macabere benaming is. Ik heb daar het beeld van in de gracht drijvende lijken bij.

Maandag belde ik dus maar de huisartsenpraktijk. Ik kon dezelfde dag langskomen voor een consult. Ik had inmiddels al het internet afgestruind voor informatie aangaande wat mij aanging, dus kon ik een bijna één op één gesprek aangaan met mijn huisarts. Wat resulteerde in een verwijzing naar een ’specialist’. Want specialisten zijn wat de moderne samenleving mogelijk maakt. Dat weet ik omdat ik ook een specialist ben. En de moderne maatschappij mogelijk maak. Dus.

Dinsdag een belletje vanuit het ziekenhuis (rare benaming, zie eerdere post). Ik kon vlot terecht bij een oogarts: op woensdag. Het systeem blijkt dus toch wel enigszins te werken, ondanks de crisis die corona heet te zijn.

Woensdag vroeg wakker. De mouches volants waren nog volop aanwezig (in mijn linkeroog, voor de duidelijkheid), zodat ik niet met een gevoel van onnodig aanspraak maken op het krakende gezondheidswezen de deur uit hoefde te gaan voor die afspraak op de poli Oogheelkunde. Ik was er op tijd. In eerste instantie werd ik door een assistente onderworpen aan een uitgebreid onderzoek van mijn zicht en zo meer.

Daarna lang wachten voor ik door een bijzonder aardige oogarts andermaal in een contraptie werd gezet om nog indringender de binnenkant en achterkant van mijn ogen te bekijken. Ze verontschuldigde zich nog voor de lange wachttijd — men was in transitie wat betreft een computersysteem. Ik weet wat dat betekent: wanhopige mensen achter de balies, helpdeskers die met het zweet op het voorhoofd proberen te redden wat kan, etcetera.

Mijn netvliezen zagen er nog goed uit (opluchting!), maar in het probleemoog was wel sprake van loslaten van het oogvocht. Iets wat mensen overkomt als ze ouder worden. Aan de zwevende vliegjes moest ik wennen. Als er donkere vlekken verschenen die niet rondzweefden, onmiddellijk bellen. Dat laatste gaf me wel de indruk dat je donkere vlekken serieus moest nemen. Ik ga er dan ook heel erg op letten.

En toen stond ik na een uurtje weer buiten, met een ander soort vlekken voor mijn ogen, want de druppels die ik van de assistente in beide ogen kreeg om mijn pupillen te vergroten waren nog lang niet uitgewerkt.

De rest van deze woensdag zag iedere lichtbron die ik tegenkwam eruit als een flonkerende ster. Wat wel gepast is in de aanloop tot de kerst, toch?

Update: De titel moet natuurlijk ’Augenleiden‘ zijn, maar dat hebben de meeste mensen toch niet door omdat Duits nauwelijks onderwezen wordt in ons land. Logisch, want die buren wonen niet aan de overkant van een plas water…

Ongelovigen

Leave a comment
Persoonlijk

Turkse supermarkt op de hoek van de koelwand: twee jongemannen, de één mondkapje op de kin, de andere geen mondkapje te bekennen. Ik zeg er wat van. Natuurlijk is de reactie dat ik me er niet mee moet bemoeien. Zonder kapje is het meest vocaal, zegt iets in de trant van dat we al twee jaren onderdrukt worden en dat-ie er niet in gelooft. Ik vraag hem of hij niet een beter argument heeft dan ‘er niet in geloven’. Gemor. Ik ga verder met boodschappen doen.

Nog geen minuut na het afrekenen schiet door mijn hoofd wat ik had moeten zeggen (dat gebeurt vaker): ‘Heren, weet u wat ongelovig in het Arabisch is? Kafir — en daar is het Nederlandse woord kaffer van afgeleid…’

Te laat, helaas.

Bejaard!

Leave a comment
Persoonlijk

Gisteren voor het eerst in eeuwen een bioscoop bezocht (No Time to Die). Na het checken van mijn vaccinatiestatus en identiteit vroeg de baliemedewerker mij of ik een kortingskaart had. Niet dus. Of ik 65-plus was. Wel dus.

Met korting de film gezien. Ik voelde me opeens bejaard.

Ziekenhuis

Leave a comment
Persoonlijk

Ik loop er heel vaak langs, moet er zelfs met veel tegenzin wel eens zijn, maar het plaatselijke ziekenhuis MST is een gegeven… Pas vandaag realiseerde ik me dat die benaming heel erg fout is. Een plek waar mensen naar toe gaan om ziek te zijn? Wie zou daar willen? Niemand!

Waarom heet het niet ’Geneeshuis’, of ’Plek om mensen beter te maken’, of als het toch ingewikkeld moet ’Instituut voor hogere geneeskunde’?

In elk geval heb ik me voorgenomen nooit en te nimmer in een gebouw dat zichzelf aanmerkt als ziekenhuis te willen verblijven.

Back to the sixties

Leave a comment
Persoonlijk

Dinsdagochtend moest ik naar mijn tandarts om hechtingen te laten verwijderen. De zon scheen, ik ging op de fiets. Het was rond half tien en er was nauwelijks verkeer op de wegen naar de praktijk. Ik zag mijn buurman lopen met zijn twee honden. Ik zwaaide, hij ook. Ik zag Pieter van PostNL die een grote doos in de armen had. Hij riep ‘Bertus!’. Ik zwaaide naar hem.

Op de terugweg moest ik nog meer omrijden dan op de heenweg (men is bezig met een Kop & dat gaat nog jaren duren), maar het was nog steeds heel rustig. Ik zag vlak bij huis mijn buurvrouw fietsen. Zij zag mij niet. Ik probeerde te bellen, maar de fietsbel stokte en ze hoorde me niet.

Ik fietste voor het eerst met mijn Airpods in, luisterend naar Bonnie ‘Prince’ Billy. Door de ruisonderdrukking hoorde ik de enkele auto die me inhaalde amper.

Het deed me allemaal heel erg denken aan de jaren zestig. (Die Airpods niet, natuurlijk.)

PS. Dit is een post uit maart 2020 die op de een of andere wijze niet op dit blog beland is…