Ook al ben je de zestig ruim gepasseerd, het blijkt dat je nog altijd opgewonden kunt raken door de aanschaf van een huishoudelijk apparaat.
Eergisteren heb ik een koelkast gekocht (eigenlijk een koel/vriescombinatie). Begin volgende week wordt-ie geleverd. En hoog tijd ook, want de koelkast die ik nu heb knippert al heel lang naar me. M.a.w. die doet het niet zo goed meer — iets wat ik net nog even gechecked heb: waar de temperatuur van het in het koelgedeelte bewaarde rond de drie, vier graden zou moeten zijn, gaf de digitale thermometer aan dat die tussen de acht en twaalf graden Celsius waren; het vriesgedeelte was zelfs nog meer ‘in de war’ — min twee tot min vijf in plaats van de min achttien die daar zou moeten heersen. Een paar Lakenvelder hamburgertjes raakten die bovengrens net, dus die heb ik maar gebakken en opgegeten.
Het is al met al een wonder dat ik nog niet door voedselvergiftiging om het leven ben gekomen.
(Ik kan niet wachten tot ik weer witte wijn kan drinken die juist gekoeld is.)