Wat lijkt het me leuk om nu Michael Wolff te zijn. Heb je anderhalf jaar een beetje rondgehangen bij eerst de campagne van een vastgoedman die eigenlijk nog beroemder wou worden en juist geen president, en vervolgens in het Witte Huis waar diezelfde vastgoedman dus als wel verkozen president verkeert; heb je driftig aantekeningen gemaakt van her en der opgevangen opmerkingen en gesprekken, soms ook door jezelf geëntameerd & dan ook min of meer on of off the record vastgelegd middels een app op je iPhone; heb je al dat sappige materiaal in de vorm van een tell-it-all boek geboetseerd; en ben je nu temidden van een firestorm van outrage en ook verkneukeling zelf het middelpunt van de belangstelling; ja — en dat je dan de berichtjes van je uitgever ziet met de duizelingwekkende verkoopcijfers van dat boek, met de briljante titel (waarschijnlijk bedacht door een onderbetaalde anonieme redacteur van die uitgeverij) ‘Fire and Fury’, ja dan ben je dus opeens rijk en beroemd! Net als die vastgoedvent!
Ik heb dat boek dus net gelezen. Qua stijl een zesje. Qua inhoud, wat zal ik zeggen — niets wat me verbaast. Maar ik ben dan ook een notoire doemdenker.