Stapels wit beddengoed (zelfgemaakt), want dat gekleurde spul van Dior en Bijenkorf was niet oké. DeCecco pasta, want dat was de beste. Idem dito olijfolie. Vazen, de meeste van groen glas, want daar kwam het licht zo mooi doorheen (die staan trouwens al een tijdje in Mieps kantoor op me te wachten). De oranje kussens op de bank, met hoezen gemaakt van oude tenten, gevonden in kringloopwinkels. De prints van de tentoonstelling die niet verkocht zijn. Haar laptop. De fotospullen, omdat ik die niet onbeheerd in haar huis wil laten. Drie linnen droogdoeken van Manufactum, want die van de Hema waren echt te erg versleten (ook al is dat niet zo). Een houten driehoek, want die staat zo leuk in het hoge tafeltje dat mijn vader heeft gemaakt (de tweeling ervan staat in haar huisje). Een stapeltje tijdschriften, die nam ze nog wel een keer mee. Briefpapier, dat was handig, kon ze bij mij ook dingen printen. Een Oral-B elektrische tandenborstel. Haarolie en zo nog wat meer toiletgerei. Een föhn. Een grote roestvaststalen pan waarin je soep kunt maken voor een heel regiment (komt altijd van pas). Ingemaakte citroenen, nodig voor de saladedressing en heel veel andere dingen. Borlottibonen, gedroogd, dat was zoveel lekkerder, ook al hebben we dat nooit getest. Een witte badstoffen ochtendjas, een tikkeltje versleten, maar wat maakt dat uit. Een waaier voor de opvliegers. Een printer (die kan jij dan ook voor je werk gebruiken, Bert. En je doet al zoveel voor me.). Spullen uit je auto, van toen je gevonden werd, die zeventiende mei. Je favoriete tas van leer die steeds mooier werd en op een papieren draagtas lijkt. Je portefeuille, leeg want alle pasjes doorgeknipt of als souvenir bewaard, het geld erin genoteerd, want dat was niet van mij. Schoenen en kleding, een deel had je bij je, het ondergoed in nylon tasjes; de rest hing al in ‘jouw’ kast. Noorse sokken, van de Haaksberger EHBO. Wat knutselspulletjes in de la van het werkbankje dat je bij mij neerzette. Een plastic Bert (die van Ernie), met gekleurd led-licht, gewoon als grapje. Een asbakje, niet voor de as, maar de kleur was zo mooi. Die dure kunst–, design– en architectuurboeken die ik kreeg voor mijn verjaardag, omdat ze echt niet wist wat ik graag wou en dát boek, ik zag je erin kijken, dus… Een groen schaaltje met gaten in de bodem, handig om in af te spoelen (vorige week nog druiven!). Een zwarte emaillen ovenschaal, past wel in jouw oven, Bert, bij mij istie net te groot. Een koffiepot, maar er kan beter thee in. Een theepotje voor losse thee in een handig zeefje, mijn laatste verjaarscadeau, gekocht bij Merci in Parijs, ik wist van niets. Je rijbewijs, die hoeft niet ingeleverd. Je paspoort, binnen de wettelijke termijn ongeldig gemaakt. Sleutels van je huisje. Een auto vol spullen, die ik morgen daarnaartoe breng. Een heel klein briefje met de gegevens van de glazenwasser in Amsterdam. Een paar pasfotootjes, die heb ik altijd bij me. Een terrastafeltje buiten (die heb je mooi grijs gemaakt, goed zo, Bert.… Nu nog dat terras aanpakken en die witte planken weg, gewoon trottoirtegels, de muren aanrapen en wingerd er tegenaan, dat ziet er zoveel beter uit!). En nog heel veel meer.
Allemaal spullen die me aan jou doen denken, Miep.