Mensen, mensen, mensen

Persoonlijk

Deze vrijdag de vierde is de eerste hele dag in Kyoto, een stad waar ik al eerder ben geweest (wat leidt tot wat vreemde constateringen over mijn geheugen). Tijdens dat verblijf, bijna zeven jaar gelden, had ik al het een en ander aan toeristische trekpleisters afgevinkt. Daarom ging ik voor wat ‘nieuws’ — en dat was op deze vrijdagochtend de Fushimi Inari Taisha Shrine, die vanuit mijn hotel heel makkelijk te bereiken was.
Dit tempelcomplex is ondermeer beroemd vanwege het duizend poortenpad waardoor je naar de top van Mount Minari kunt wandelen, hoewel klimmen een beter woord hiervoor is.
Mijn bestemming van de dag bleek dat ook te zijn voor heel veel andere mensen. De drukte begon al in de metro, werd nog heftiger op het station waar je geacht werd uit te stappen voor de shrine. Daar werd de meute allengs groter en op de route naar de tempel werd dat niet minder. Ik kreeg al enige bedenkingen…

Het vreemde is dat op het moment dat je het tempelcomplex betreedt de drukte gelijk minder lijkt; er is gewoon veel ruimte.

Deze observatie kon gelijk weer in de prullenmand, eenmaal aangekomen bij het begin van het beroemde pad naar boven. Onderstaande foto staat voor het moment dat ik besloot niet verder te gaan. Ik had het wel een beetje gehad met mensen, mensen, mensen.

Via een zijuitgang begon ik een, naar wat later zou blijken, erg lange wandeling naar een verdergelegen metrostation. Immers, het station van aankomst zou zeker weer vergeven zijn van lui, dus beter om een andere op te zoeken, toch? En de aanblik van de eerste straat die ik betrad deed me goed.

Helaas was dit genoegen van korte duur. Iets verderop verzeilde ik alweer in brede stromen mensheid die zich over de smalle voetgangersstroken langs souvenirwinkels en eettentjes wurmden. Gelukkig kwam ook daar een eind aan en kon ik weer een aantal kilometers opgelucht verder zonder al te veel mensen om me heen. Mooi dat je dan weer aardige dingen ziet. Deze brandweerwagen bijvoorbeeld.

Ook op het metrostation waar ik terechtkwam, Jujo, was het aangenaam rustig. Ik zag iets opvallends: een echte munttelefoon. Ik vroeg me af waarom die er nog waren, nu toch zeker iedereen een telefoon op zak had. Soms zelfs twee, zoals ik meermaals had gezien.

Maar de vraag was natuurlijk hoe verder deze vrijdag? Het eenvoudigst was de metro een aantal haltes voorbij Kyoto Station te verlaten en een korte overstap richting Gion te doen. Gion is een buurt die het verleden van Kyoto het meest vertegenwoordigt, dat wil zeggen het heeft veel mooie oude gebouwen, geisha-scholen en dat soort zaken. Er lopen steevast mensen in traditionele kleding rond. Kortom een interessante bestemming, en ik was er al eens geweest en herinnerde het me als prettig.
Misschien lag het aan mijn stemming van de dag, maar het viel niet mee. Het stikte er alweer van de mensen, wat me nu echt begon te irriteren. De zijstraatjes waren gelukkig veel stiller & dat leverde weer leuke observaties op.

En nu even iets heel anders. Eén van de gemakken van de huidige tijd én de moderne technologie is dat je heel makkelijk op de hoogte kunt blijven van het nieuws op het thuisfront. Zo kan ik dagelijks de Volkskrant lezen, zij het door het tijdsverschil de editie van die dag pas na het middaguur hier, lokale tijd. Dinsdag leidde dat tot een ingezonden brief mijnerzijds, die tot mijn grote genoegen in de vrijdagkrant geplaatst werd in de brievenrubriek:

Screenshot

Altijd leuk, want ik mik toch wel op minstens één geplaatst stuk per jaar. En dat is nu, op 4 april, al gelukt!

Tot zover dit intermezzo. Gion had ik voldoende gezien, ik zocht een koffietentje op vlak bij de tempel verderop om bij te komen met koffie en sandwich, en na te denken over het vervolg. Uiteindelijk begaf ik mij richting de hoofdas, dat wil zeggen naar de metrolijn die me weer naar mijn hotel zou brengen. Het rare was dat ik heel erg het gevoel had dat ik dit deel van de stad al redelijk kende van mijn vorige bezoek. Ik had toen in één van de galerijen/passages een Japanse schaaf gekocht in een heel aparte winkel. Die kon ik ongetwijfeld terugvinden. Dacht ik.

Alweer een ‘niet dus’. Het was heel vreemd, ik voelde dat ik er dichtbij was, maar zag het niet. Na best lang ronddwalen besloot ik mijn weg richting metrohalte te vervolgen, waarbij ik er alweer voor koos om de hoofdweg te verlaten en via zijstraten en -straatjes te lopen.
En natuurlijk kom je dan weer een tempel tegen; daar zijn er hier in Kyoto honderden van. Deze vond ik wel bijzonder. Op het binnenterrein vond ik ook nog een aardige winkel met erg mooie spullen, design noemt men dat, maar ik zag mezelf niet met glaswerk in de bagage mijn reis vervolgen. Zeker niet als dat glaswerk veertig euro per item kost.

Terug naar mijn hotel dan maar. Dat was drie haltes ver, met een stukje lopen. Ik dook nog een drankwinkeltje in voor twee blikjes Asahi Super Dry bier en ging even chillen op mijn kamer. Waar ik nog even diep ging nadenken over waar mijn ‘moeite’ met mensenmenigten eigenlijk vandaan kwam, en zo meer.

Rond zonsondergang werd het tijd om wat te gaan eten. Online had ik uitgebreid gezocht en had ik ontdekt dat er een behoorlijk goed sushi-restaurant in het station zou zijn. Mooi dat het aan de goede kant van het station was en ook nog eens schuin tegenover waar de straat van mijn hotel uitkwam op de straat voorlangs het station. Goed te doen dus.

Musashi, zo heette het restaurant, bleek een gezochte tent te zijn. Er stond een flinke rij in drieën gevouwen voor de ingang (meer dan op de foto hieronder, die ik nam bij vertrek) & ik raakte in gesprek met een Duitse vrouw, uit Hannover, die voor me stond. Wellicht dat men mij nu van mansplaining zal beschuldigen, want ik kon haar helpen door uit te leggen hoe een en ander hier in zijn werk ging. Musashi is namelijk een ‘conveyerbelt sushi-tent’ — er draait een soort lopende band en je pakt ervan wat je lekker lijkt en als je buikje vol is, worden de kleurgecodeerde schoteltjes geteld, en krijg je de rekening.
Het wachten duurde best lang. Voor mij en de Duitse dame was er een groep van vier en moest de bediening dus wachten tot er vier plekken bij elkaar vrij kwamen. Nadat de Hannoveraanse een stoel toegewezen kreeg, moest ik nog iets van vijf minuten wachten en toen kon ik, met een flesje koude sake en goede zin aan de figuurlijke bak.

Het was super. Ik heb goed mijn best gedaan en ook dingen gegeten die ik nog nooit eerder gegeten heb. Aan het eind van dit avontuur had ik twaalf lege schoteltjes. Het is aan de lezer om met behulp van de informatie uit de foto’s hierboven uit te rekenen hoeveel me dat gekost heeft (veel minder dan je zou denken!). Niet vergeten dat de prijs inclusief tax er bij staat.

Best vol en verzadigd wandelde ik terug naar Hotel Briller, waar twee afleveringen van Bosch: Legacy op mij wachtten. En nadat ik die gezien had, en de slaap maar niet kwam, heb ik ook nog Black Bag gekeken, een best aardige film van Steven Soderbergh. Het werd dus laat.