Japan, de eerste dag in Tokyo

Persoonlijk

Dat wil zeggen de eerste volle dag; op de dag van aankomst was ik aardig gaar van heel veel uren in vliegtuigen doorbrengen. En na ruim 27 uur min of meer wakker zijn was ik zó munt dat ik, eenmaal aangekomen op mijn hotelkamer, eerst een paar uur bijgeslapen heb. Daarna gedoucht en weer fris mijn spullen uitgepakt, waarbij ik ontdekte dat ik mijn schoudertasje kwijt was…

De iPods die in die tas zaten kon ik via Find My terugvinden, dacht ik. Maar ik keek maar half naar de lokatie, want mijn leesbril zat ook in die tas. Dus toen ik er tegen negen uur lokale tijd erop uit trok om naar het treinstation te gaan waarvan ik dacht dat mijn tas daar lag, had ik het natuurlijk fout. Find My gaf niet Okachimachi Station aan, maar Shinagawa Station — een heel end verderop (negen stations). Een klusje voor een andere dag, dat terughalen.

Mijn eerste hele dag in Tokyo begon vroeg. Even na acht (lokale tijd!) trok ik erop uit. Een stevige wandeling naar Okachimachi Station, met een omweg natuurlijk, en vervolgens in de trein van de Yamanote-lijn richting Shinagawa. Dat ging niet vlot. De trein stond meer stil dan dat-ie reed; personen op het spoor en ander ongemak. Gelukkig had ik een zitplaats en uiteindelijk kwam ik aan op mijn bestemming en zocht daar de Lost & Found op, waar volgens Find My mijn tas zou zijn.

Niet dus. Of misschien ook wel, maar een heel erg vriendelijke meneer probeerde met handen en voeten mij duidelijk te maken dat ik het op Tokyo Station moest proberen, en wel na half vijf.

Duidelijk. Ik nam de trein terug en stapte uit op Hamamatsucho, vanwaaruit ik naar de Tokyo Tower ben gelopen. Daar kon ik vanuit 150 meter hoogte aanschouwen wat er allemaal gebouwd is: belachelijk veel wolkenkrabbers. Heb ik ook foto’s van, maar een van de toren is leuker:

Vanuit 150 meter hoogte leek het best te doen om lopend naar de Imperial Gardens te gaan. Niet echt. Het was een pokkeneind en het was zonnig en door al die gebouwen en al dat asfalt behoorlijk warm. Ik heb wel onderweg de residentie van de Ambassadeur van het Koninkrijk der Nederlanden gezien en heel veel regeringsgebouwen. En uiteindelijk de plek waar de keizer woont (of beter: de gracht erom heen met een hoge muur en fraaie gebouwen):

De keizer liet geen bezoekers toe, tenzij je in een rij van driehonderd meter wou staan om een tour door de tuin te doen. Daar had ik geen zin in, dus richting Tokyo Station gelopen. Aan de andere kant van het station, vanuit mijn aanloop gezien, is er een wijkje waar het een ander aan eettentjes en zo te vinden is. Ook daar rijen bij juist die tentjes die me wel wat leken. Koffie dan maar. Ook niet fout na bijna drie dagen zonder.

Inmiddels liep het tegen drieën en moest er wat gegeten worden. Terug naar Tokyo Station, om de veel geroemde Ramen Street op te zoeken. Na enig gezoek bleek die in de kelder te zijn. En na bestuderen van de uitgestalde menu’s van de diverse eettentjes en restaurants bedacht ik dat ik niet echt zin had in ramen, want teveel vlees. Het werd okonomiyaki, een specialiteit uit Hiroshima: noedels met vlees en meer, afgetopt met een gestoomde omelet en fris groen.

Het ritueel van bestellen, wachten, kijken naar de bereiding en de mensen om me heen en het nuttigen van dit lekkere gerecht nam wat tijd in beslag, maar het was ook een fijn moment van rust, veraangenaamd door een fris glas bier en heel veel ijswater.

Dat rustmoment was ook nodig, want de zoektocht naar de verloren tas was nog niet ten einde. Er bleken namelijk twee Lost & Founds te zijn in dit gigantische station en het eerste dat ik na veel ronddwalen vond, bleek niet de goede te zijn. Weer een end door allerlei gangen lopen, zoeken en moeizaam uitleggen wat het verloren object was, leverde uiteindelijk resultaat op: men had mijn tas en ik kreeg hem mee, na meerdere formulieren ingevuld te hebben en heel vaak domo arigato gezegd te hebben.

Met mijn leesbril weer paraat ging het nu veel makkelijker om een volgende etappe te plannen: naar Ueno Park! Dacht ik, want ik zat in de trein wat te suffen en moest een flink stuk terug om er te komen. In het park leek het erop dat half Tokyo en veel toeristen ook bedacht hadden dat dit de place to be was, maar het was er lekker koel en wat bleek: in de jaren vijftig had Le Corbusier er zijn enige gebouw in Japan gerealiseerd – het National Museum of Western Art, waar ik na enig aarzelen naartoe ging. Ik mocht er gratis in, want oud.

Dat zijn beelden van Rodin, by the way. Het museum is een raar gebouw qua routing en opzet, maar bevat prachtige kunst. En was een goede afsluiting van de dag, leek me. Nu nog even teruglopen naar mijn hotel, wat wonderwel zonder obstructies lukte. Om de hoek een 7-11 binnengewipt (van zulke convenience stores zijn er duizenden!) voor wat blikjes bier en de dag zat er op, afgezien van op mijn hotelkamer een beetje onwennig dit verhaal tikken en op dit blog zetten.

Vijfentwintigduizend en vijftig stappen gelopen op deze eerste dag. 25.050!