Netto heb ik 140 voorkeurstemmen gekregen (familie-relaties eraf) bij de gemeenteraadsverkiezingen vorige woensdag. Er is dus een duidelijke stijgende lijn, want de vorige keer waren het er 65 (bruto).
In mijn gemeente (Enschede) is na meer dan 6 decennia een eind gekomen aan de macht van de PvdA. Dat is een positieve ontwikkeling. Het is niet gezond als één partij lang aan het pluche kleeft; ze krijgen airs, worden regenten. Dat houdt nu eindelijk op.
Voor mijn club, GroenLinks, is het gevoel over het behaalde resultaat dubbel. Enerzijds mogen we blij zijn dat we tegen de landelijke trend in geen zetelverlies hebben geleden. Maar het is wél jammer dat onze standvastige houding aangaande de plannen voor de luchthaven niet beloond is door de kiezers, we hadden graag een zetel erbij gehad… D66 heeft nu een flink deel van dat ‘krediet’ van de bevolking kunnen innen (niet helemaal terecht, vind ik, want ze hebben niet voortdurend tegen dat plan geageerd). Zíj zijn nu de grootste in Enschede. In 2006 hadden D66 nog één zetel, in 2010 zes en nu zeven zetels.
GroenLinks heeft sinds het ontstaan van de partij drie zetels in Enschede, is daarmee een constante. We vertegenwoordigen 7 procent van de Enschedese bevolking.
Ik denk dat die evenwichtigheid zwaar zou moeten tellen bij de komende formatie.