Als je, enigszins beschonken, heel laat thuiskomt en nog behoefte hebt aan een bevredigende afsluiting van de avond die niet inhoudt dat je bij een vet-uitwasemend etablissement moet verkeren met personen die veel meer beschonken zijn dan jezelf bent — dan kun je binnen twintig minuten de (overigens zeer verklaarbare én gezonde) zucht naar vet en koolhydraten zelf vervullen.
Je komt thuis, zet een pannetje water op. Pakt een viertal aardappelen van een redelijk formaat uit de koelkast. Schilt die en snijdt ze, voor zover je daartoe in staat bent, in min of meer gelijkmatige schijven en vervolgens frieten. Je zet een pan met olie op. Het vuur eronder vol aan. Zodra het water kookt, de aardappel-juliennes erin, wat zout erbij. Laat het een minuut of tien koken. Afgieten en droog laten stomen in het vergiet. (In deze alinea vooral niet water en olie door elkaar halen!)
Als er niet teveel olie in het spel is (en dat is ook niet nodig), is die inmiddels op een redelijk hoge temperatuur. Werp een schuine blik op het oppervlak van de olie (arachide-olie is een goede keuze, trouwens); rimpelt die en vertoont de neiging te gaan dampen, dan is het moment aangebroken de fritten er voorzichtig in te vleien…
De bubbels op de oppervlakte van de olie zijn indicatief voor de garing van de frieten. Als er langzame grote bubbels ontstaan en de frieten hebben een goede bruining, dan kun je ze met een spaan uit de olie halen. Even laten uitdruipen op een bord met keukenpapier. Deponeer vervolgens op een bord, bestrooi met zeezout, wat Hellman’s mayo erbij (en eventueel een gebakken eitje of twee en wat tomaat-schijfjes en zuur) & je bent na nuttiging hiervan niet alleen voldaan, maar ook blij dat je niet aan de verleiding hebt toegegeven een snackbar te bezoeken.
Wel oppassen met de hete olie en de volgende ochtend de vetspetters netjes wegpoetsen. En neem er vooral een glas karnemelk bij, dus geen bier.
Voila!
1 Comment